Grafzerk van Johannes Kitslaar
Grafnummer
vak 2, rij 0, graf 142 (rechts achter op het kerkhof)
Enkelgraf
Materiaal
Tombe van grijze natuursteen. Het opstaande kruis wordt versierd met een wit beeld van Christus. Dat is beschadigd, want de rechter onderarm en hand is verdwenen.
Inscriptie
Op de voorkant van de tombe staan de letters: RIP.
Op de voet van het kruis staat de tekst: O’ Kruis, mijne eenige hoop. Wees Gegroet.
Op de horizontale dekplaat is een aparte natuurstenen plaat bevestigd met een bijna onleesbare tekst:
Bid voor de ziel van de zeereerw. heer
Johannes Maria Josephus
Leonardus Kitslaar
Ridder in de Orde van Oranje Nassau
Geestelijk adviseur v.d. Nat.
Fed. v.h. Wit-Gele Kruis
Geboren ’s Bosch 3 mei 1880
Kapelaan te Berchem 14 juli 1905
Pastoor te Zeeland 31 dec. 1925
Overleden alhier 30 april 1935
door een noodlottig ongeval
Wie ligt er begraven?
Johannes Maria Josephus Leonardus Kitslaar, zoon van Petrus Antonius Kitslaar en Maria Christina Peijnenburg. Geboren te ’s-Hertogenbosch op 3 mei 1880.
Hij werd priester gewijd in ’s-Hertogenbosch op 28 mei 1904.
Op 14 juli 1905 werd hij benoemd tot kapelaan in Berghem.
En op 31 december 1925 tot pastoor van Zeeland.
Al tijdens zijn periode in Berghem was hij geestelijk adviseur van de Nationale Federatie van het Wit-Gele Kruis. Voor dat werk kreeg hij een onderscheiding als Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Zo zag het graf er uit eind jaren dertig. Alle zwarte verf is sindsdien verdwenen. Rechtsonder is de leverancier van de zerk nog te zien: Peterse.